Sinds tientallen jaren zijn er vele wettelijke regelingen bijgekomen die het mogelijk maken voor bestuursorganen om aan burgers en ondernemingen een boete op te leggen. De Algemene wet bestuursrecht (Awb) heeft daar een eigen regeling voor.
Art. 5:40 Awb bepaalt wat een bestuurlijke boete is: een bestraffende (punitieve) sanctie, inhoudende een onvoorwaardelijke verplichting tot betaling van een geldsom.
Een punitieve sanctie kan alleen worden opgelegd voor een overtreding. De boete maakt de overtreding niet ongedaan en is slechts indirect gericht op het voorkomen van verdere overtredingen.
Doordat de bestuurlijke boete een punitieve sanctie is valt zij onder de reikwijde van het begrip ‘criminal charge’ in de zin van art. 6 Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM).
Een bestuurlijke boete kan alleen worden opgelegd voor zover de overtreding aan schuld is te wijten. Net als bij strafrechtelijke overtredingen is schuld in de zin van verwijtbaarheid bij bestuursrechtelijk gesanctioneerde overtredingen meestal geen bestanddeel van het delict. Dit houdt in dat het bestuursorgaan de verwijtbaarheid niet hoeft te bewijzen, deze wordt verondersteld als het daderschap vaststaat. Om aan een boete te ontkomen, moet u een beroep doen op afwezigheid van alle schuld en dit aannemelijk maken.
Net als in het strafrecht geldt ook hier het beginsel ‘ne bis in idem’. Dit houdt in dat er geen bestuurlijke boete mag worden opgelegd indien aan de overtreder voor dezelfde overtreding al eerder een bestuurlijke boete is opgelegd of een kennisgeving van een boeterapport is bekendgemaakt. Cruciaal in dit kader is of een handeling die in strijd komt met twee of meer voorschriften moet worden opgevat als één overtreding of moet worden uiteengelegd in twee of meer zelfstandige overtredingen. Uit de jurisprudentie van de Hoge Raad blijkt dat sprake is van ‘hetzelfde feit’ indien blijkt van een zodanig verband met betrekking tot de gelijktijdigheid van de gedragingen en de wezenlijke samenhang in het handelen en schuld van de dader dat de strekking van het artikel meebrengt dat zij als hetzelfde feit zijn aan te merken.
Wij voeren hierover regelmatig procedures en kunnen u bijstaan op het moment dat het voornemen bestaat om een bestuurlijke boete op te leggen. Er kan dan immers nog een zienswijze worden ingediend en later bezwaar en beroep worden aangetekend.