Afschaffing Stamrechtregeling: overgangsregeling verduidelijkt?

Afschaffing Stamrechtregeling: overgangsregeling verduidelijkt?

11:31 07 november
Print Friendly, PDF & Email

Het kabinet heeft besloten de stamrechtvrijstelling voor ontslagvergoedingen per 1 januari 2014 af te schaffen. Dit betekent dat ex-werknemers vanaf volgend jaar direct inkomstenbelasting over hun ontslagvergoeding zullen moeten afdragen; vaak tegen een percentage van 52%. Een mogelijkheid tot uitstel van de belastingplicht bestaat dan niet meer. Voor alle bestaande stamrechthouders geldt dat zij vanaf 2014 ervoor kunnen kiezen het (resterende) stamrecht in één keer uit te laten keren. Om ex-werknemers hiertoe te stimuleren (Dat zou de economie ten goede komen!) heeft het kabinet voor deze uitkering ineens een belastingvoordeel ingevoerd. Deze bestaat hieruit dat de ontslagvergoeding voor slechts 80% zal worden belast. Dit doet niet af aan de mogelijkheid om tot eind 2013 de ontslagvergoeding in een stamrecht te storten. In tegenstelling tot eerder gevestigde stamrechten (vóór uiterlijk 15 november 2013) zal de ex-werknemer bij een uitkering ineens dan voor de volle 100% inkomstenbelasting moeten betalen.

Tot 1 januari 2014 blijft het mogelijk een rechtsgeldige stamrechtregeling overeen te komen. Nu slechts deze stamrechten onder het oude regime zullen vallen, is het van belang om te weten wanneer een stamrecht geacht wordt voor 1 januari 2014 te zijn opgericht. Het kabinet heeft aangegeven dat slechts die stamrechten geldig zijn die op 31 december 2013 als voldoende bepaald kunnen worden beschouwd. Onlangs heeft de Staatssecretaris van Financiën dit willen verduidelijken door aan te geven dat het ontslag uiterlijk 31 december 2013 dient te zijn aangezegd. Bovendien mag de datum van uitdiensttreding niet later zijn gelegen dan 30 juni 2014. Ondanks deze verheldering blijft het onduidelijk welke handelingen er concreet dienen te zijn verricht om van een geldig stamrecht te kunnen spreken. Wanneer dient de werkgever bijvoorbeeld de vergoeding uiterlijk aan de werknemer te hebben uitbetaald? Vóór of ook nog na 1 januari 2014? En is een enkele aanvraag voldoende om onder de stamrechtvrijstelling te kunnen vallen of dienen alle stukken, inclusief de goedkeuring van de Belastingdienst, te kunnen worden overgelegd? Neem nu de situatie waarbij het ontslag in 2013 is aangezegd, maar het stamrecht pas in 2014 wordt opgericht om de reden dat de Belastingdienst door de enorme drukte zijn goedkeuring niet eerder kon verlenen. Is deze aanspraak op 31 december 2013 voldoende bepaald zodat het stamrecht de bescherming uit het oude regime geniet? Of ziet de ex-werknemer een groot deel van zijn vergoeding direct naar de Belastingdienst wegvloeien?

Al met al bestaat er omtrent de overgangsregeling nog de nodige onduidelijkheid. Nu het bestaan van een stamrecht grote consequenties heeft voor de belastbaarheid van een ontslagvergoeding, adviseren wij cliënten die met een ontslag geconfronteerd worden en het voornemen hebben een stamrecht op te richten, zich goed te laten adviseren door een deskundige. Hiermee voorkomt u dat u achteraf alsnog over uw volledige ontslagvergoeding loonheffing zal moeten betalen. Voor verdere vragen kunt u contact opnemen met Otto Planten.