Aansprakelijkheid eigenaren jacht/schip
Uw jacht zinkt. U wordt gelukkig nog net op tijd gered. Rijkswaterstaat plaats boeien rond de vermoedelijke plaats waar het jacht is gezonken. Rijkswaterstaat stuurt u daarna een forse rekening voor het plaatsen van die boeien. Wat nu?
Het jacht Qubio was op de Noordzee tussen Scheveningen en Stellendam in moeilijkheden gekomen en gezonken. De eigenaar en zijn zoon waren door een voorbijgaande sleper ‘opgepikt’ en in veiligheid gebracht. Het jacht kon niet worden gelokaliseerd en kon dus ook niet worden verwijderd. Rijkswaterstaat had op de plaats waar de opvarenden van de Qubio waren ‘opgepikt’, omwille van de veiligheid van het vaarwaterverkeer, twee zogeheten cardinale boeien geplaatst. Cardinale boeien worden voornamelijk gelegd ter markering van obstakels of afzonderlijke gevaren. De Staat heeft de eigenaar van het jacht aansprakelijk gesteld voor de kosten van het leggen en ophalen van de twee boeien en vorderde een aanzienlijk bedrag van € 18.234,40. De Staat was van mening dat het schip was gezonken op een plaats waar zodanig gevaar voor de scheepvaart was te duchten dat het markeren van die plaats door middel van de cardinale boeien redelijkerwijs noodzakelijk was.
Een eigenaar van een voorwerp (veelal een schip maar soms een walkraan) dat zinkt en terechtkomt op de bodem van een vaarwater, ook al valt die eigenaar geen verwijt te maken, is verplicht om dat voorwerp te verwijderen indien het voorwerp een gevaar vormt voor de scheepvaart. Doet de eigenaar dat niet dan handelt die eigenaar onrechtmatig jegens de Staat als beheerder van het vaarwater. De Staat kan de kosten die zij maakt om het voorwerp op te ruimen verhalen op de eigenaar van dat voorwerp. De Hoge Raad heeft dit in eerdere uitspraken (van 14 oktober 1994 inzake Staat/August de Meijer en van 8 maart 2002 inzake Staat/KMT) al uitgemaakt. In de praktijk komt het er op neer dat de Staat de rekening voor de kosten van het verwijderen stuurt aan de eigenaar van het gezonken voorwerp. De eigenaar is hopelijk verzekerd.
Wat nu als de Staat voor de veiligheid van het vaarwaterverkeer boeien plaatst om het wrak te markeren. Wie moet die kosten betalen?
De rechtbank en het hof hadden de vordering van de Staat afgewezen omdat de eigenaar van het jacht tegenover de Staat enkel verplicht zou zijn het jacht te verwijderen “indien de gevaren verbonden aan het niet-verwijderen ervan zo groot waren dat zij de Staat als beheerder redelijkerwijs tot verwijdering noopten”. De rechtbank en het hof borduurden voort op de eerdere uitspraken van de Hoge Raad. Het schip kon in dit geval niet gelokaliseerd worden. Het jacht kon dus ook niet verwijderd worden. Volgens de rechtbank en het hof rustte op de eigenaar geen verdere verplichting dan het jacht te verwijderen maar dat kon in dit geval niet meer. De eigenaar van het jacht was dus niet aansprakelijkheid voor de kosten van de boeien. De Staat ging in cassatie.
De Hoge Raad is het niet eens met de rechtbank en het hof en heeft op 11 juli 2015 geoordeeld dat de eigenaar van een gezonken jacht aansprakelijk is voor de kosten van het plaatsen van boeien om het overige verkeer op een mogelijke gevaarsituatie te attenderen.
“Ook indien verwijdering van het voorwerp door de beheerder niet nodig is of blijkt te zijn, maar het voorwerp (mogelijk) wel een zodanig gevaar voor de scheepvaart vormt dat in verband daarmee redelijkerwijs maatregelen noodzakelijk zijn, zoals het markeren van de plaats waar het voorwerp is gezonken, al dan niet slechts van tijdelijke aard of uit voorzorg, bestaat daarom grond voor die aansprakelijkheid. De omstandigheid dat de eigenaar van het voorwerp niet bevoegd is om zelf die maatregelen te treffen, maar dat slechts de beheerder van het vaarwater daartoe bevoegd is, staat niets aan het ontstaan van deze aansprakelijkheid in de weg.
Het lijkt zo logisch. Toch duurt het tot de Hoge Raad totdat de Staat gelijk geeft. De eigenaar van een gezonken schip is ook aansprakelijk voor de kosten van de (tijdelijke) maatregelen om het overige vaarwaterverkeer op het mogelijke gevaar te attenderen. Het is verstandig om de verzekeringspolis er even op na te kijken.
Hoge Raad, 11 juli 2015, ECLI:NL:HR:2015:1836